Dit is een zoete maar frisse taart die vooral populair is in Frankrijk. Voor deze taart kunnen diverse soorten bodems worden gebruikt en ik koos deze keer voor een krokante bladerdeeg bodem. 

Tijd: circa 2 tot 3 uur.
Recept voor ongeveer 6 personen 

Benodigdheden:

• 1 pakje bladerdeeg
• 16 halve abrikozen
• 2 el geraspte gember
• 1 el verse citroensap
• 50 gram suiker
• Snufje zout
• 4 volle tl maizena
• 1 losgeklopt ei
• boter

Bereidingswijze:

Laat het bladerdeeg ontdooien op het aanrecht en beboter de bakvorm. Ik heb voor deze taart een Ø 24 bakvorm gebruikt. Bedek de bakvorm met het bladerdeeg (ongeveer 6 plakjes bladerdeeg) en leg de bakvorm in de koelkast tot deze nodig is.

Haal de abrikozen uit de siroop en doe deze in een grote kom. Meng de abrikozen samen met de geraspte gember, de citroen, de suiker en een snufje zout. Laat dit mengsel een uur intrekken in de koelkast.

Doe het abrikozen mengsel in een blender tot de abrikozen fijn zijn gemalen.

Laat vervolgens het mengsel uitlekken. Dit kun je doen door bijv. het mengsel in een theedoek te doen en het overige sap op te vangen in een kom. Het sap moet op hoog vuur worden gereduceerd naar ongeveer 1/3 van het mengsel. Het abrikozenmengsel dat  in de theedoek is overgebleven mag in een kom worden vermengd met de maizena. Als de maizena goed is opgenomen mag het gereduceerde sap erbij worden gedaan. Meng het mengsel goed en giet deze in de bakvorm.

Met de overige plakjes bladerdeeg kan een mooie topping worden gemaakt. Ik heb gekozen voor een simpel ruitje.

Als de taart klaar is mag het losgeklopte ei over de topping worden gesmeerd. Doe dit wel dunnetjes want je wilt geen stukjes ei op je taart terug vinden. Je kunt het mengsel eventueel ook verdunnen met een beetje water. Als finishing touch deed ik er een vleugje kaneel over. De taart mag 40 à 50 minuten worden gebakken in een voorverwarmde oven van 220 graden.

Bon appétit!